Dagboek

14 januari 2017 - Santiago de Cuba, Cuba

Sabado, el 14 de enero

Het aftellen kan beginnen. De dagen voor vertrek zijn nog maar op twee handen te tellen. De reis van bijna 5 maanden komt dan toch echt tot een eind. Nog minder dan een twee weekse vakantie is er nog over. We leven nog steeds en we zijn nog steeds niet ziek geweest. We hebben geen ongelukken gehad en zijn geen dramatische dingen als paspoorten, geld of visa kwijtgeraakt.

We denken steeds meer aan thuis en krijgen er ook wel echt zin in. Nieuwsgierigheid komt er vooral naar boven. Benieuwd hoe het met iedereen gaat, benieuwd hoe het zal zijn, benieuwd naar wat er veranderd is. Ook al weet ik dat er een hele hoop onveranderd is en alles en iedereen na een week weer hartstikke normaal is. Misschien is het ook wel extra leuk om terug te komen omdat we zo lang geen contact hebben gehad. We zitten inmiddels ook al 10 dagen zonder internet (oké, op dat ene uurtje na dan) en zijn totaal afgezonderd van Nederland. Dat maakt de terugkomst net nog een stukje intenser en leuker. Om de mensen écht weer éindelijk te zien, ipv de dag van te voren nog met hen te spreken. Ik beeld me op dit moment van schrijven, hoe papa mama en patrick vol verwachting op Schiphol staan, hoe Eliene zal reageren als ik haar zie, hoe ik Desiree in de armen spring en hoe de rest van Iknoria me zal begroeten als ik de woonkamer inkom. Ik heb er zin in en wordt meer opgewekter hoe langer ik eraan denk. Ik kan haast niet wachten! 

Vandaag hebben we een lange lange busreis en denk ik daar dus ook veel over na. Van Trinidad naar Santiago de Cuba duurt zo'n 12 uur. Gelukkig krijgen we weer een goeie bus en maakt dat de reis wat minder zwaar. We kopen 12 broodjes, zodat we genoeg eten hebben en niets duurs langs de weg hoeven te kopen. We krijgen door een miscommunicatie maar liefst 8 broodjes met ei en zien er nu al tegenop om deze allemaal in de bus te moeten opeten. We stoppen vaak. Ik vind dat helemaal prima, want dat betekent dat de buschauffeurs hun tijden goed afwisselen. We eten onze broodjes gelijkmatig op, en nemen wat snacks tussendoor zoals koekjes en een gekke grote soort empanada met Guayaba-jam. Door de dag heen worden onze broodjes langzaam sompig, maar we eten ze toch maar op, want er is niet veel anders. 

De bus is altijd een goede dag om ons dagboek weer in te halen. Het begint ons steeds meer tegen te staan en hebben geen zin meer om elke dag die ellelange verhalen te schrijven, want het neemt stiekem wel wat tijd in om elke dag zo'n verhaal te schrijven. We gaan steeds verder achterlopen en de data 25-12 en 01-01 staan nog als lege notities in mijn telefoon. Het wordt steeds verder terug en ik krijg steeds minder zin om die data nog in te halen. Maar vandaag heb ik toch niks beters te doen. Gelukkig slaag ik erin mijn achterstand inhalen tot vandaag, maar hoe kan dat ook anders dan na een reis van 12 uur. Om 7 uur stoppen we nog ergens, we verwachten er te kunnen avondeten aangezien we ook een 45-min durende lunch hebben gehad. Helaas is er niets te vinden, behalve snacks. We verbazen ons nog dat Sydney zoveel koopt, een reep, chips en nog iets zoets. Hum magen zijn de hele dag al zwak, zegt ze, dus ze hebben honger. 

Ons dagboek begint tegen te staan. We gaan ver achterlopen en hebben geen zin meer om het in te halen. We moet deze laatste 10 dagen wel nog zeker doorzetten, want ik weet hoeveel dit later waard is en het is zonde om die laatste paar dagen te stoppen. Dus braaf zijn we de hele dag bezig met ons dagboekje waarin we onze dagelijks leven in woorden brengen. Op dat moment wordt ik dringend op mijn schouder getikt. Sydney staat achter me. "I need your help", geeft ze aan. Connor is ziek en heeft overgegeven in een zak in de bus. Sydney vraagt mij om de buschauffeur in het spaans te vragen of hij de bus stop kan zetten zodat Connor even naar buiten kan. De buschauffeur begint tegen te stribbelen en zeurt dat we er over 60 km zijn, dat hij niet voor iedereen kan stoppen die even naar de wc moet en dat het niet de bedoeling is. Wat ik wil en dat ik daar niet voor betaal. Gelukkig stopt hij dan toch en dan rent Connor naar voren de bus uit. Een enkele minuut later kan de bus weer doorrijden. De hele weg voelt hij zich slecht. Zodra we de bus uitstappen wil Connor nog even zitten. Ondertussen worden we belaagd door mensen die ons een taxi en een casa aan willen smeren. Ik zie iemand met een bordje waarop staat: "isabel, lara, austin" even denk ik. Hee dat is grappig, er is hier vast nog een Isabel. Maar ik ken geen Lara of austin, dus dat zal zeker niet voor mij zijn. Dat we tijd hebben is wel goed, want zo krijgen we een taxi voor 6 CUC en worden we meteen naar onze casa gebracht. Daar blijkt dat de tweede naam van Connor Austin is, en de tweede naam van Sydney Lara is. Het bordje was dus voor ons, we hebben er echter allemaal geen aandacht aan geschonken omdat we met Connor bezig waren en nog 100 ander mannen aan ons kop hadden zeuren. Floor haar naam zat er sws niet bij, dus dat was toch ook raar. Ik voel me schuldig als we het huis in komen, maar het lijkt alweer vergeten en ze zijn maar al te blij dat we wel zijn komen opdagen. De lieve vrouw laat onze ruime, maar simpele kamer zien voor 25 CUC per nacht. Wij gaan akkoord, want Connor staat inmiddels alweer in de badkamer.

We hopen eindelijk eens vrienden te maken met onze Casa eigenaar en nemen voor morgenochtend ook maar een ontbijt van haar aan, omdat het zo lekker makkelijk is dan.