Must-See

15 januari 2017 - Santiago de Cuba, Cuba

Domingo, el 15 de enero

We hebben maar een ontbijt besteld gisteravond. Na een verschrikkelijke nacht waar ik vanaf 4 uur elk uur ben wakker geworden, krijgen we een fruit ontbijt met warme melk, thee en verse guayabasap. Connor is nog niet helemaal lekker van gisteravond, dus dat geeft ons

De ruimte om ook lekker rustig op te staan. We bespreken in de ochtend wat we willen doen en zien. Sydney is een leuke meid, ik kan wel lachen om haar harde, bijna lompe manier van dingen zeggen. Ze heeft geen schaamte en heeft veel te vertellen. Ze legt ons uit hoe ze haar menstruatiecup gebruikt en wat een trend dit was in Amerika. Ze gooit grappige verhalen op tafel over hun "early bonding story". Ook heeft Connor al lang zijn schaamte moeten overwinnen want sinds de dag dat zij in Cuba zijn aangekomen heeft Connor al last van dia. Hij zit dus veel en lang op de wc. Daarnaast is de wc maar lastig, want met 4 mensen in een kamer wordt de wc veel gebruikt. Helaas wordt de stortbak in Cuba nog langzamer gevuld dan in Nederland. Dat betekent dat vaak het doorspoelen van iemand, vlak nadat iemand anders is geweest niet mogelijk is. We moeten dit toch even doorgeven als iemand anders op het punt staat de badkamer in te lopen. Zo moet de volgende vaak nog even doorspoelen voordat hij zijn eigen behoefte doet, maar kan dan zelf natuurlijk niet meer doorspoelen. Die laat het dan liggen voor de volgende, enz. Zo groeien we gelukkig snel over dat soort awkward dingen heen. Sydney heeft al veel in de bus voorbereid en neemt het voortouw in de planning van vandaag. We besluiten naar het graf van Fidel te gaan, ook omdat onze revolutiefan Connor hier natuurlijk geweest moét zijn en omdat het Cemetery de Ifigenia heet). We lopen via een grappige overvolle boekenzaak met allemaal oude, gevouwen, bestofte kaartjes. De man legt in simpel Spaans uit dat we vanavond naar een park moeten komen voor Afro-Cubaanse dans. We danken hem vriendelijk en worden uitgezwaaid als we richting Parque Cespedes lopen. Ik heb inmiddels geleerd om recht vooruit te kijken als we het oneindige kusgeluid horen, nageroepen worden of "taxi taxi" horen. Meerdere keren per dag krijgen we opmerkingen over onze Europese schoonheid. Op verschillende manieren, sommige komen naar ons toe om ons eens uitgebreid uit te leggen dat we mooi zijn, sommige roepen van ver, en sommige schreeuwen het bijna asociaal hard in ons gezicht. Sydney kijkt er nog van op. Floor en ik vinden het elke dag irritanter worden. Het streelt onze ego zó erg, dat we het niet meer aan kunnen, denk ik.

We stoppen ook nog kort bij de bussen van Víazul. En kopen daar, zonder rij(!), onze laatste twee bustickets van Baracoa terug naar Camaguëy en vanuit Camaguëy naar Havana. We leggen hier met zijn tweeën 132 CUC voor neer(!). De begraafplaats van Fidel komen we aan tijdens de Change of the Guards. Heel leuk, want het doet me denken aan hoe ontzettend veel lol we met het gezin hebben gehad in Londen met de Changing of the Guards. Daar heb en we huilend van het lachen toegekeken. Meteen besef ik me weer hoe ontzettend kut dit baantje is. Dan mag je nog wel guard zijn van de graven van Fidel en José Martí, maar pfoe, wat een saaiheid om daar de hele dag zo stil mogelijk te staan. Toch blijft het iets bijzonders, als ze daar precies gelijk over de begraafplaats marcheren, hun geweer verplaatsen en met rechte benen doorgaan. Dan bezoeken we Fidels graf. Een enorme kei in het midden van een hek. We mogen er alleen langs lopen, want we moeten meteen weer plaats maken voor anderen in de rij. Of Fidels graf staat eigenlijk niks, behalve een prominent plaatje met daarin de goude letters Fidel. Geen achternaam, geen datum, alleen "Fidel". Ik vind het heel mooi en super prominent zo. Alsof de rest overbodig is, en de voornaam alleen al genoeg is om het statement te maken. Voor het hek liggen rozen. Naast het graf staat een grote gepolijste steen met een spaans verhaal waar Fidel allemaal goed voor is geweest. Verderop zien we het graf van José Martí de held van de eerste Cubaanse Revolutie. Zijn graf is nog 10x imposanter dan het graf van Fidel. Martí's graf is een echt gebouw. Het is een cillindervormig gebouw, bezoekers kunnen erin lopen om

Daar het graf van Martí te bekijken. Je ziet Connor genieten van het moment, en zodra je hem vraagt hoe die het vond, reageert hij trots. We lopen door, van NW van Santiago, naar NO van Santiago, beide zo'n 3 km buiten het centrum. In het Noord-Oosten ligt Plaza de la Revolución, een andere Must-See die vooral Connor niet wil missen natuurlijk. We stoppen even en gaan onder het enorme kunstwerk zitten. Daar gaat Martí op zijn paard, de imaginaire berg op. Connor heeft al een aantal keren kleine dingetjes laten vallen over zijn vader. Hele negatieve, nare woorden. Het is duidelijk dat Connor en hij lijnrecht tegenover elkaar staan. Ik vraag eens wat dieper, want nu worden de gesprekken voor mij natuurlijk interessant. Eindelijk hebben we een psychologisch gesprek en het gaat verbazingwekkend goed. Ik had verwacht dat zowel Connor als Sydney hier niet teveel over los zouden laten en hier moeilijk over konden praten. Ik was even vergeten dat ze allebij maar al te graag aan het woord zijn en hun woord klaar hebben over hun eigen ouders, maar ook de ouders van de ander. Het komt erop neer dat Connor uit een vrij arm gezin komt, Sydney uit een zeer rijk gezin. Ze passen slecht in elkaars milieu en zijn totaal anders opgevoed. Toch hebben ze elkaar gevonden op het werk, omdat ze allebei extreem slim zijn. Ze houden van dezelfde thema's maar hebben daar een redelijk andere kijk op (oa door dat milieu). Ze discussiëren daarom veel, je zou het bijna debatteren kunnen noemen. Ik vraag hen naar hun achtergronden, hun bezoek bij de schoonouders, de inzichten die ze hebben gekregen sinds ze bij elkaar zijn en de opvoeding. Beide hebben ze een interessant verhaal en dat maakt het nog bijzonderder dat zij zo goed met elkaar om kunnen gaan. Connor verbaast me elke keer weer met zijn slimheid, zoals dat hij zegt zijn ouders te moeten wijzen op de hypotheek die ze hebben gekocht. Dat hoort een kind natuurlijk niet te doen, maar blijkbaar is het nodig. Ik praat nog een tijdje met Connor door als Floor en Sydney voor ons hun gesprek hebben. Ondertussen zoeken we naar lunch, maar dat blijkt erg lastig. Santiago is niet zo'n mooie leuke stad, maar het is vooral industrieel en het wemelt er van de uitlaatgassen. De zwarte rook zie je gewoon uit de uitlaten puffen. Toch zullen we hier nog moeten verblijven voordat we naar Baracoa vertrekken. Dat is dus het stomme van vooruit moeten plannen. De straten zijn grijs en de parken zijn het niet waard. 

We lunchen pas rond 3, bij een easy cafetariatje in de hoofdstraat. Ik bestellen garnalen, ik krijg er saus bij. Ik heb spijt want iel de saus is ranzig. We gaan even terug naar het park waar weneerder warem. We hebben Sydney en Connor achter gelaten voor iets fanciers. Zij eten wat uitgebreider en vinden elkaar weer terug op het plein. Ondertussen praten wij met een psychologe van 27 die engels klassen volgt en wil oefenen. Ze doet dat goed en we hebben een leuk simpel gesprekje met haar. Ze koopt voor ons een Tamarindo stokje, iets waarvan we nog steeds niet helemaal weten hoe de fruit eruit ziet. De smaak vind ik niet top en vermijd die sindsdien een beetje. Ook dit staafje vind ik niet zo top, maar meer omdat het barst van de suiker. Het is leuk dat er een keer een meid naar ons toe komt om te kletsen en ook tijdens ons gesprek komt iemand ons storen dat we mooi zijn. Uggh, ga gewoon weg en blijf hier niet zo awkward lang staan. Je bent een vieze ouwe man die dit niet hardop hoort te zeggen. We chillen nog even op het dakterras bij de casa. Omdat we al moe worden, maar vanavond misschien ook wel naar de folklore moeten. 's Avonds zijn we vaak al helemaal moe, dus kunnen we nu beter onze energie besparen. 

Voor het eten lopen we veel te ver buiten de stad. Zoals Lonely Planet al aangaf, is de restaurant scene is hier een lachertje in vergelijking met de grootte van de stad. Misschien is dat dus ook waarom de stad niet zo leuk oogt. We eindigen bij een shitzaak waar we veel te veel betalen voor simpel smerig eten. Maarja, elke dag naar een cafetaria is ook niks. Als we vertrekken is het al 20:45u. De folkore van vanavond is al begonnen. Dat is mooi, want dan hoeven we niet meer te "wachten" tot het gezellig wordt, maar kunnen we gewoon aansluiten. We moeten wel een aantal donkere straatjes door. Gelukkig kussen mensen dan ook niet meer naar ons, want we zijn zelf ook slechter te zien. Op het plein tegenover teatro Martí is niks te zien, merken we al als we de straat in komen lopen. Dat is jammer, want het lijkt hier ook zeker een stukje cultuur en helemaal de moeite waard. Nu lijkt de hele wandeling voor niets. Toch horen we muziek in de verte en het lijkt wel uit Teatro Martí zelf te komen. We zien ook twee andere toeristen in de deur opening met iemand praten en wij proberen nog aan de kaartjes mevrouw te vragen of er een Folkore optreden is. Ze kijkt ons raar aan en zegt dan dat het al begonnen is. We willen al bijna terugstappen als de vrouw  wat onduidelijks mompelt en wuift ons dan met de twee andere toeristen door. We gaan een deur door, en beseffen ons dan pas dat we in een echte theaterzaal aankomen. Op het podium staat een groep muziekanten en zangeressen in het wit. In het midden staat een man in volledig wit met zo'n ouderwetse dunne microfoon. De boxen zijn slecht dus de muxiek klinkt ook ietwat schel, toch is het een swingend gebeuren en genieten we er met volle teugen van. Toch leuk dat we hier weer in terecht komen. Het valt ons allebei meteen op dat deze mensen een brede lach op hun gezicht hebben en hun dans heel energiek is. Ik beeld mezelf er een verhaal bij in: de vrouwen werken met de manden op het land. Dan komen de slaven uit Jamaica die ook moeten werken op het land en moeten schoffelen en scheppen. Zij ontmoeten elkaar en gaan samen (salsa) dansen en trouwen met elkaar, zo wordt de afro-cubaanse samenleving gevormd.

Als we terug in onze casa komen zit ons casavrouwtje voor de tv. Het is bijna geen tv te noemen want de ruis op het vierkante ding is zo groot, dat er bijna niets meer van het beeld overblijft. Pas dan besef ik me weer hoe mooi het eigenlijk is dat wij maar gewoon overal volledig signaal hebben. 

Sydney legde ons al eerder uit dat iedereen al een internet antenne op zijn dak heeft staan. Iedereen staat al in de startblokken om internet te hebben zodra het wordt toegestaan voor de inwoners van Cuba. Ons vrouwtje is er helemaal oké mee om lekker tv te blijven kijken met een ruisscherm. Ze aait me over mijn arm en zegt: "buenas noches niña"