De langste nacht, op weg naar Paradiso

25 oktober 2016 - El Rama, Nicaragua

Martes, el 25 de octubre

Om 6 uur ben ik al een paar keer wakker geweest, maar wordt ik wederom gewekt door de harde wekker van de receptionist, die hem graag nog een keertje snoozed. Ook de schoonmaaksters komen ons een aantal keren wakker maken. In onze dorm staat een houten, luidruchtige kast waar de poetsspullen in staan, en de entree is luidruchtig door het houten gordijn van onze dorm. We kunnen vandaag uitslapen en forceer mezelf om te blijven liggen. Ik dut nog wat in en sta om half 9 op, waar Floor al lezend op mij aan het wachten is voor het ei ontbijt dat we hier krijgen, lekker! Ons enige doel vandaag is om naar Managua te reizen en kaartjes te bemachtigen voor de nachtbus richting El Rama. 

We pakken rustig in en vertrekken het hostel om 11:00u met de uitchecktijd. De bus naar Managua is lang en gaat niet zo ver als we hadden verwacht. We worden helemaal in het westen van de stad, buiten het centrum, gedropt en moeten naar ver buiten het centrum, maar dan aan de oostzijde van Managua. Eerst even lunchen met een vers gefrituurde hap met rijst en kip, bananenchips en kool. We zijn een beetje lost, want er lijken geen bussen naar de andere kant van het centrum te gaan en mensen vinden dat we een taxi moeten nemen. 8 dollar kost die waarschijnlijk, maar dat hebben wij er natuurlijk niet voor over. Iedereen bemoeit zich graag met onze bestemming en we eindigen met 2 mannen die voor ons onderhandelen met een taxi. We worden inderdaad goed afgezet voor een hoge prijs en de mannen wuifen de taxi weg. De jonge jongen vind dat we een goeie deal hebben voor 50 cordobas pp, voor zo'n 3,30 gaan we naar de andere kant van de stad. De oude man vind het nog steeds duur en vind dat we goedkoper kunnen krijgen. Door de chaos stappen we maar in, ik kijk nog een keer terug naar de mannen zodra mijn backpack in een waas in de achterbak wordt geladen. Ik vind het toch nooit prettig om een taxi in te stappen. Ik kjjk in de ogen van de oude man, hij knikt heel rustig nee. Alsof hij vanaf de overkant van de stad nog wil seinen dat we nu nog kunnen omdraaien. Mijn ogen switchen naar de ogen van de jonge jongen. Hij kijkt terug glimlacht en knikt me toe. Hij stelt me gerust. Ik zwaai nog een keer bedankt, glimlach en stap de auto in. Bijna als in een film.  

Bij het station Ivan Montenegro hangt een gure sfeer, voel ik. Veel mannen en totaal niet zoals ik had verwacht. Het lijkt een beetje een distributiecentrum. Mannen tillen zware en grote zakken met rijst naar binnen. Een zaakje is overgeladen met dezelfde soort worsten,waar we er een van kopen. We kopen een ticket, om 4 uur en krijgen een roze papiertje met nummer 55/56 erop. We moeten een uur van te voren verzamelen voor de bus van 21:00u en hebben dus nog 4 uur te spenderen in dit gure plaatsje. We drinken een smoothie bij een stalletje waar we even kunnen zitten met onze backpacks. We krijgen de enige smoothie op de kaart die daadwerkelijk te maken is van de ingredienten die aanwezig zijn. Hij is lekker en drinken 'm zo langzaam mogelijk op. We beginnen een gesprekje met het meisje dat onze smoothies heeft gemaakt, nog in haar schooluniform. Ze is een mooie meid van 12 en legt uit dat ze verderop in Managua woont. Ze roept haar broer van 17 erbij. Wij zijn geinteresseerd in de tol die op tafel ligt en doet dit een enkele keer voor.  Hij eet met zijn mond open, praat ondertussen en is alles behalve charmant naar ons. Toch geven wij hem netjes ons nummer als hij daarom vraagt, maar antwoorden nooit op zijn bericht. 

We krijgen beide een bandje van het meisje. Wij geven haar mijn spaanse donald duck terug. Ik hoop dat ze ervan leert en met plezier leest, want ik had m nog niet eens helemaal uit. 

We gaan nog even pinnen in de buurt van de gure buurt. Er is een grote kans dát we niet kunnen pinnen op het eiland en voor elke pin automaat die aan de buitenkant van een bank zit, staat een man met een groot geweer. Vrij safe dus, gelukkig. Wij komen precies aan op het mometn dat we pinautomaat gevult moet worden, waardoor er een grote rij achter ons ontstaat. Daarna moeten we onze tijd uitzitten in een kleine comedor aan de straat. We zitten als enige aan tafel, maar het kraampje loopt ontzettend goed en de verkoopster staat niet stil. Ons vlees smaakt ook erg goed, al moetewe het eten met de handen, want we krijgen alleen een vork voor de gallo pinto. Rond 7 uur gaan we in de "wachtruimte" zitten. We zijn de enige toeristen met backpacks. Wat gaan al die locals doen dan op Corn Island. Hebben ze business daar, of gaan ze ook op vakantie? Ik kan me er goed mee bezig houden om me dat soort dingen af te vragen, alhoewel de vraag vaak een vraag blijft. 

Tegen achten verzamelen zich meer backpackers en eindigen met 3 andere stellen. we voeren wat lichte gesprekken met hen over wat ons te wachten staat, de onduidelijkheid van de reistijden en de ervaringen van mensen die we op internet hebben gelezen, maar het is wel erg gezellig.

We hebben ons goed voorbereid en denken zeker te weten waar we aan gaan beginnen. Ondanks dat blijft onze reis onzeker. Op internet staat simpelweg dat je niet kunt reken op de tijden die staan aangegeven. Vooral de boten bepalen zelf wanneer ze willen gaan, en dit kan zomaar een uur eerder of 5 uur later zijn dan je van te voren zou denken. Daarnaast kan de boot tussen de 5 en 10 uur duren omdat deze voor een onbepaalde tijd een tussenstop maakt in Bluefields. Het kan dus zomaar zijn dat we halverwege een boot missen. Dat is nog niet zo erg, maar sommige boten gaan maar 1x per week, en er is werkelijk niks te doen in de steden waar we langsgaan. We moeten ze echt halen dus. 

Zodra alle koffers op het dak zijn geladen, stappen we de bus in. Het is geen luxe airconditioneerde bus, voor een nachtreis, waarin er vaak een redelijke bus wordt geregeld. Ik vind het nog niet zo erg, ik denk dat ik me prima kan settelen in deze bus en we moeten onze reis toch een beetje op de lokale manier doen, niet zo ontzettend toeristisch. We stappen de bus in, waarin de voorste stoelen er goed uitzien. Individuele leren stoelen kijken ons aan. Wij lopen door, want zijn pas stoelnummer 55/56. We lopen door en worden onze stoelen gewezen, het is 35/36 zegt en mijnheer. We worden minder blij als we deze stoelen zien. Het zijn de ouderwetse schoolbus banken, maar dan crappier dan we ooit hebben gezien. Ze zijn flink uitgezakt en leunen te ver naar achter. We gaan zitten en hebben werkelijk geen enkele beenruimte. Hoe gaan we dit in hemelsnaam volhouden tot 03:00u vannacht??! We lachen, maar worden dan weer van onze plaats gestuurd door de buschauffeur, het is toch 55/56. Jep, zoals mensen zeggen "wij weer", zijn WIJ HET WEER precies die hélémaal achterin de bus moeten zitten. We moeten zitten op een geimproviseerd bankje dat origineel niet eens in de bus hoort. Simpelweg omdat ze meer kunnen verdienen met wat extra plaatsen, is ons bankje daar nog neergezet. We hebben een gat bij onze kont en geen hoofdleuning. Floor zit aan het raam, zodat ik mijn lange benen nog enigszins in het gangpad kwijt kan. Maar als je denkt dat het niet erger kan, komen er ook nog 2 koffers in het gangpad te staan, die niet meer bovenop het dak passen. Daar gaat mijn  ruimte. Voor de volgende 6/7 uur zitten we zo. Floor doet haar ogen dicht. Ook ik doe een poging en ga bijna op het bankje liggen om mezelf een nog zo comfortabel mogelijke houding te geven. Met mijn hoofd op de tassen in het gangpad. Ik wissel  en wissel van positie en kom naar niet in slaap. Zodra de bus in El Rama stopt, om 3 uur maakt iedereen een ontzettende haast om eruit te komen. Vast gefrustreerd van de reis, denk ik. Wij doen rustig aan, we hebben toch tijd zat en zitten bovendien achterin de bus. No way dat wij daar snel uit gaan komen. We wachten netjes tot onze tassen naar beneden komen, alles stap voor stap. We gaan naar de ruimte waar iedereen zich verzameld heeft en staat daar allemaal weer in de rij! Shit... Daarvoor was iedereen dus zo aan het haasten. Natuurlijk staan WIJ weer achterin de rij en krijgen na de paspoort check, een nummer 5 op ons ticket gekalkt. Was daar die enorme rij voor nodig? We proberen nog een uur in te dutten voor we weer moeten bewegen. Floor lukt het weer redelijk, lijkt want ze dut zo af en toe weg als zittend op de grond, tegen haar backpack aanleunt. Ik ben weer klaar wakker, maar kan uiteindelijk een ligplek bemachtigen op een bankje. Daar val ik gelukkig ook nog even in slaap. Spontaan begint iedereen om 05:00 weer te bewegen. Door een deurtje om nog 5 Cordobas neer de te leggen voor entree(??). Beneden worden er weer rijen gevormd. Wij zijn rij 5, de laatste. Hier worden onze tassen gecontroleerd, net als onze paspoorten, nogmaals. Het gaat super inefficient, maar ik ben te moe om me eraan te ergeren. Het wordt alweer licht en beginnen honger te krijgen. We openen onze baguette en beleggen hem netjes met een worst van het gure station. Vlak nadat Floor een hap neemt, zie ik het. De hele baguette zit vol met kleine stipjes schimmel! Hoelang lag die baguette al in die moderne winkel? Beter halen we het volgende keer weer van de straat, want blijkbaar zijn die een stuk betrouwbaarder/verser! We gooien het helemaal weg. Met pijn in ons hart, want daar gaat ons ontbijt!! We hebben nu ook alleen nog een rol koekjes voor lunch.. Als laatste stappen we de panga in (boottaxi, geen idee waarom ze het hier ineens weer panga noemen?). Een paar mannen willen niet voor mij opschuiven maar ik squeeze mezelf  toch maar tussen. Dat was een slechte beslissing. Ik zit met de 3 dikste mensen van de hele boot op een bankje. Eén zelfs met een flatscreen tv tussen zijn benen. Er wordt veel ruimte ingenomen door ieder, behalve door mijn smalle billetjes. Ik zit met een schouder vóór, en een schouder achter de personen naast me. En moet zo blijven zitten voor de komende 2 uur op deze bumpy boot. Ik erger me, erger en erger. Ik heb een innerlijke strijd om wat ruimte met de mannen naast me en vecht om niet nóg meer ruimte te verliezen. Ik heb me laten vertellen dat de tv van Panama kwam, omdat ze daar geen taxen hebben. De man heeft de flatscreen al de hele weg hierheen moeten dragen, en bij elke drempel in de weg, of bump op de boot moeten optillen. Wat je wel niet over hebt voor een redelijke tv. Vol frustratie stap ik de boot uit in Bluefields. "En die jongen is dik!" Schreeuw ik uit ellende. Hij reageert verbazingwekkend snel en realiseer me later dat deze dikke duitser mijn zin waarschijnlijk gewoon gehoord heeft... Hij moet maar blij zijn met zijn mooie vriendin.

Foto’s

3 Reacties

  1. Mirjam:
    1 november 2016
    Jonge jonge jonge wat een enorm verhaal.
    Het is me toch wel een enorme enge spannende reis waar je heel veel voorover moet hebben en die gelukkig weer goed is afgelopen.
  2. Cisca.stavenuiter:
    3 november 2016
    Ik zit in de trein en schiet steeds in de lach. Eerst de film, hoe romantisch, dan de Donald Dock, de angst om een week in een saaie stad te zitten, van stoel 30 naar de mooiste plaatsen(au) en dan het gevecht om je eigeste plekkie en dan de Duitser (ze zijn toch allemaal te dik) Haha wat grappig
  3. Fred:
    7 november 2016
    Wat een reis en weinig comfort!!