nieuwe vrienden

4 januari 2017 - Havana, Cuba

Miercoles, el 4 de enero

Men oh mennnn! Wat een stress op deze vroege ochtend. Zwetend zit ik in de bus. Mijn sjaal en vest heb ik niet meer nodig, want ik heb lang de tijd nodig om af te koelen. We hadden gister nog aan de eigenaar gevraagd of we wel de mogelijkheid hadden om het hostel om 05:30 te verlaten. Hij zei van wel en liet ons de poort zien waar we gister om 07:30u ook al langs de bewaker naar buiten waren geglipt. Ook toen zaten we al vast, maar hadden we een achterom weg gevonden waardoor we via het hotel van dezelfde eigenaar naar buiten konden. Ook toen vonden we het al gek dat de slapende bewaker niks door had, maar dat maakte het wel een stuk aannemelijker dat we vandaag zonder problemen weg zouden kunnen. We zouden gewoon de bewaker wakker maken als we niet lang hem heen konden glippen. Totdat we vanochtend via achterom bij de hotelreceptie uitkwamen en de bewaker spoorloos was. Een dik kettingslot ketende het hek vast. Oh oh.. Hoe gaan we hier nu weer uitkomen. De hostel deur zat ook vast. We tikken een aantal keer flink op de order-bel en kloppen zo hard mogelijk op de privado deur. Ik schiet naar boven om te kijken of daar een duidelijke eigenaarskamer is. Niets anders dan een gang met gesloten hotelkamerdeuren. Ik zie het al helemaal voor me. We missen de bus, moeten we een godsvermogen betalen om met de taxi naar het vliegveld te racen. Floor maakt de privado deur open, en zoekt naar een sleutel van de dikke ketting die onze weg blokkeert. Ik doe hetzelfde achter de receptiebalie. De tijd begint te dringen. De bus kunnen we wel vergeten zo. Dan komt er een jongen die, denk ik, is wakker geworden van ons lawaai, ons geringel aan het belletje? Hij kan maar weinig doen, want in alle rust kopieert hij onze actie. Even aan het belletje rinkelen, kloppen op de privado deur, enz. Dit verhoogt mijn stresslevel alleen maar meer. Als wij verder gaan met andere plannen, verdwijnt hij stilletjes weer zijn kamer in. Ik doe mijn tas af, dit gaat niet werken zo. Nog een keer ren ik de trap op. Misschien kon ik nog een niveau omhoog? Zodra ik beneden kom heeft Floor iemand wakker gemaakt uit de grote slaapzaal. Ook hij loopt achterdoor naar de geketende tralies, klinkt het belletje. Ik moet uitkijken dat ik niet geirriteerd ga doen, dit hebben we nu al 100x gedaan! Maar dan loopt hij terug naar de slaapzaal. Even later opent de baliemedewerker de voordeur. Eindelijk. We hebben nog iets meer dan een kwartier. Dat wordt rennen geblazen. Met de backpack op de rug startten we een sprintje. Zweten zweten, want ik heb ook al "warme" kleren aangetrokken voor op het vliegveld. De hele weg rennen houden we niet vol, maar halverwege wordt het duidelijk dat we het nog net zullen halen. Nice! Precies op tijd komen we aan in het busstation, waar onze bus wordt omgeroepen en de mensen met een ticket opstaan. Met het zweet op mijn voorhoofd stap ik de bus in en gaan we in alle rust naar het vliegveld. Chill! Toch nog gehaald. Binnen een half uurtje zijn we op het vliegveld en worden we op terminal 2 afgezet. We zijn natuurlijk ruim op tijd, want we hadden rekening gehouden met eventuele vertraging. We zijn daarom een van de eersten in de rij. Gelukkig maar, want we storen ons aan de sloomheid waarmee de baliemedewerkers te werk gaan. Tot mijn grote verbazing weegt mijn tas ineens een kilo lichter dan ik begon! Slechts 11,9 kg wijst hij aan! Dan moet ik me toch eens gaan afvragen wat ik allemaal ben kwijtgeraakt, want ik heb inmiddels ook al wel 1,5 kg aan souveniers. Onze boardingpassen worden geprint als de vrouw er ineens achter komt dat we nog geen stempel in onze paspoort hebben. Ze praat een moeilijk verhaal in het Spaans en wijst dat we naar de immigratie dienst moeten voor een stempel van €30. Braaf lopen wij naar de immigratiedienst. Blijkbaar is je verblijf gratis als je 7 dagen in Mexico blijft, als je langer dan dat blijft én via land Mexico in bent gekomen, moet je 500 pesos (= 23 euro) betalen. Vooral Floor neemt dit niet zomaar aan en wil graag uitleg. De man van de immigratiedienst kan eigenlijk niet echt uitleggen waarom en gaat op zoek in de immigratie voorwaarden.  Nog steeds kan hij het niet bewijzen, maar we staan er inmiddels al een tijdje en het wordt een beetje een ja-nee spelletje. We kunnen niet heel veel meer doen dan gewoon pinnen (want we hebben niet meer genoeg cash), stempelen en terug naar de balie voor onze boarding pass. Dan kunnen we naar de douane, maar ook dat gaat niet helemaal soepel. Ik moet ons water weggooien. Floors tas wordt er tussenuit gehaald. We mogen het kokosbeleg niet meenemen. Dan mogen we doorlopen. Dat is gek, want we hebben nog iets anders bij ons aan vloeibaar broodbeleg. We zeggen er maar niks van en smeren daarna ons brood met de illegale humus. De komende 3 uur lopen we rustig rond in de kleine terminal van het vliegveld. Beetje luchtjes ruiken, horloges kijken, souvenirshopjes in. De tijd gaat snel, want voor we het weten kunnen we naar de gate en moeten we onze laatste 154 pesos nog uitgeven. We kopen lekker iets bij de Starbucks en kunnen daarna al boarden. Het is gek dat Floor en ik op zitting A en C zijn geplaatst nadat we op hetzelfde moment geboekt hebben. Maar zodra we opstijgen wordt duidelijk dat het vliegtuig maar voor een derde gevuld is. Dat betekent beide aan een raampje! Jeeh! We zien Cancun beach en precies het plekje waar we hebben gezeten. Dat strand is nog langer dan ik dacht, zo'n bovenaan zicht op die blauwe zee is ook wel bijzonder.  We krijgen een koekje en een drinkje in het vliegtuig en worden een uur later alweer op Cubaanse grond afgezet. Hier proberen we met onze passen zoveel mogelijk geld op te nemen. Bij bepaalde pinautomaten lukt het na een aantal keer, bij een aantal werkt het voor geen goud. Het lukt ons beide om op een van de vier pinautomaten 2x 200 pesos te pinnen. Zo'n 800 CUC, ofwel Cuban Convertible Pesos. Het is de toeristenkoers en is ongeveer gelijk aan de euro. Daarnaast hebben ze de Moneda Nacional, ofwel de lokale koers, dat is ongeveer 1/25e voor een euro. Het is dus een stuk duurder met het toeristengeld, en het is een soort uitdaging om lokaal geld te krijgen, omdat het cubaanse leven dan een stuk goedkoper wordt. Meer dan 800 CUC kunnen we niet krijgen. Dat accepteren we voor nu, ook al weten we dat we hier waarschijnlijk niet genoeg aan hebben en we grote kans hebben dat we nergens in Cuba meer een pinautomaat kunnen gebruiken. Op het vliegveld blijven we een klein tijdje, want we willen graag zelf uitzoeken of er een mogelijkheid is om naar het centrum te komen zonder taxi. Dat is vrij lastig, want iedereen lijkt maar 2 opties te kennen; auto en taxi. We proberen nog te vragen naar het treinspoor dat we zien op maps.me, maar niemand weet er echt iets van. Of niemand wil er echt iets van weten. Het lijkt alsof we er niet onderuit komen, en we gewoon voor 25 CUC naar het centrum moeten nemen in een gele taxi, van de overheid dus. Dat vinden wij vrij duur, maar weten dat je hier met meerdere een taxi kunt delen. Op zoek naar de mensen met een grote backpack dus. Na een enkele keer vragen komen we bij Connor en Sydney. Zij staan in de rij voor wisselgeld en hebben een aantal briefjes van €100 in een envelop. In het open en bloot wordt dat geld achter het raam geteld en krijgen ze wisselgeld in CUC, die vrijwel gelijk staat aan de euro. Ze zijn heel blij als wij ze vragen, want zij zouden ook op zoek gaan naar twee mensen om de taxi te delen. In de taxi zit ik voorin. Floor kletst de hele weg met Sydney, en ik heb ook geen zin om me met het gesprek te bemoeien. Ik zie de oude auto's al op me af komen en vind het ontzettend leuk om lekker naar buiten te kijken in zo'n nieuw land. We worden vlak na elkaar afgezet bij onze casa. We spreken af om over een uur nog maals te meeten en de dag met hen te spenderen. Heel leuk om meteen al vrienden te hebben in Cuba, dus we gaan ermee akkoord. We komen aan in ons gehoopte hostel, maar ze zitten vol en ook het volgende hostel verwijst ons door. We worden een paar straten verder begeleid en staan even later voor een deur met een bordje "Casa particular". Dat is waar we de komende 3 weken in zullen slapen. Ze hebben hier, op enkele in Havana na, geen hostels maar Casas Particulares, mensen die een kamer verhuren in hun eigen huis. Heel leuk dus, want dan kunnen we echt een kijkje nemen in het leven van een local. We worden een soort van vriendelijk verwelkomd door een meisje in het rood. Ze staat boven aan de lange trap als wij binnenkomen. Op de eerste verdieping komen we in een kamertje met een salon tafel en 2 stoelen. Ik sneak even door de twee open poorten (zonder deur) naar de woonkamer. Een oude grote bank, recht tegenover de ouderwetse tv. Het doet me denken aan oma, die ook van die extra gebreide doekjes over haar meubelen had. De tv is nog vierkant, maar wel redelijk groot. Het plafond is héél hoog, misschien wel 5 meter. Er gaan twee paar hoge openslaande deuren naar het balkon(?). En achter de bank staat een grote tafel met tafelkleed en 6 stoelen. Links kun je de keuken in. We leveren onze paspoorten in en gaan daarna naar een kamer. Het kamertje is klein en simpel. Een twee persoonsbed met twee eenpersoons bedjes ernaast. We droppen onze spullen en gaan snel terug naar onze vrienden met wie we hebben afgesproken. We hebben elkaar net misgelopen zegt de eigenaar van hun Casa en we zien Sydney en Conner inderdaad lopen als we de casa uitkomen. We zetten een sprintje in om ze in te halen. Ik geniet er van weer even te rennen, maar we hebben ineens 100 ogen op ons gericht. De rest van de dag spenderen we samen in Havana Vieja, oud Havana. Connor blijkt een echte Cuba fan. Gek eigenlijk, want amerikanen waren tot het nieuwe jaar nog niet welkom in Cuba. Hij weet alles van de revolutie en de geschiedenis met José Martí, Che Guevara en Fidel Castro.

Hij heeft in de twee weken voordat hij de vlucht naar Cuba heeft geboekt nog 7 boeken gelezen en is een echte kenner. Sydney heeft dingen op internet voorbereid inclusief een kaart en de bezienswaardigheden. Ook zij is zeer geleerd over Cuba en de geschiedenis in het algemeen. Het lijkt wel of we twee tourguides hebben. We worden door de hele stad geleid. En komen zo langs alle bezienswaardigheden in de oud Havana, the National Capital, het park waar Ernest Hemingway zijn favoriete daiquirí dronk, Plaza de las Armas en meer. Bij elk monument krijgen we een uitleg. Zodra je meer interesse hebt, en het aan durft om nog iets extra's te vragen, pakt Connor zijn kans om een uitgebreid verhaal te vertellen over Cuba en zijn historie. Zo is er een monument van nog maar 2 jaar oud dat uitnodigt om de mensen meer te laten communiceren. En er is een kunstwerk van el Caballero die bekend stond omdat hij altijd van alles weggaf. Zelfs toen hij straatarm over straat liep, gaf hij alles wat hij had nog weg. Mensen die een foto met hem nemen raken allemaal de baard en de vinger aan, dus dat doen wij ook maar eventjes. Oud Havana is om je ogen uit te kijken. Ik heb vandaag minstens 20x gedacht dat ik in het decor van een film liep. De straten zijn vervallen, iedereen heeft zijn was buiten hangen, er hangt een oude sfeer en iedereen in de straten heeft zijn eigen bestemming. Mensen lopen met houten wagens, met emmers en kratten in hun eigen versleten laarzen. Ze roken dikke Cubaanse sigaren, die je ruikt als ze voorbij lopen. Mensen zien eruit alsof het 50 jaar geleden was. Alsof de tijd heeft stilgestaan. Alles is oud en vervallen, en op hetzelfde moment prachtig. Het is moeilijk uit te leggen, maar ik ben volop aan het genieten van deze nieuwe ervaring in de nieuwe stad. Sommige mannen en bijna alle vrouwen in Havana geven geen aandacht aan de enorme hoeveelheid toeristen die er rondlopen. Ze gunnen ons geen blik waardig. Zelfs als ik naar hen lach wanneer onze blikken kruisen, kan er bij velen geen mondhoek omhoog komen. Ik laat Floor weten dat ik nog niet gecharmeerd ben van de mensen hier, maar Floor heeft een andere ervaring en geeft al wel aan glimlachen te hebben uitgewisseld. Veel mannen kijken ons uitgebreid aan, en een zoengeluid is geen uitzondering. Wij weten nog niet zo goed wat we met deze regelmatige naroeping aan moeten. Is dit nu aardig bedoeld? Is het een soort denigrerend? Hoe reageren lokale vrouwen hierop? We hebben wel ook door dat dit de normale roep naar mensen is. Vrouwen doen het ook naar anderen en het kan ook gewoon aandachtstrekker zijn voor iemand aan de andere kant van de stad. En het werkt, want ongewild reageer je er toch op en kijk je toch even naar wat iemand seint. We horen vaak "lindas" of "bonitas" en worden vaak gedag gezegd, maar reageren eigenlijk nooit of beantwoorden met een korte groet terug. Snel lopen we daarna door.

We lopen tegen het einde van de dag mee naar Connors en Sydneys Casa, een groot huis waar ook wij worden begroet met een luidruchtige wangzoen. We kletsen er even en ontmoeten ook C&S's vrienden. Hun Casa heeft ook een hoog plafond en er hangen allemaal foto's van baby's en trouwerijen aan de muur. Na een tijdje krijgen wij honger. De gezamenlijke taxi naar Viñales van morgen ochtend slaan wij af. €25 per persoon vinden wij wel erg duur. En weten dat er taxi's zijn voor €100 met zes personen. Wij zoeken het morgen liever zelf uit. We hebben een awkward afscheid omdat we allemaal niet weten of we nu wel of niet elkaar moeten omhelzen. 's Avonds eten we een super groot brood met kaas en ham en een batida de trigo (?). We denken chocola en koffie te proeven, maar het drankje heeft snippertjes, dus het kunnen ook noten zijn. Zodra we het glaasje inleveren en de verkoopster om uitleg vragen krijgen we alleen het woord "trigo" te horen. Geen idee dus, wat we hebben gedronken... We schuilen voor de stromende regen die plotseling uit de hemel komt vallen. Tegenover me staat een echt ghetto meisje met zwarte krullen tegen de muur aan, te bellen onder de blauwe kappen van de telefooncel oude telefooncel. Het is een plaatje. 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl