slapeloos

9 januari 2017 - Cienfuegos, Cuba

Lunes, el 9 de enero

We zijn op tijd en even later komende de Fransen ook gewoon opdagen. We hadden een goeie deal gemaakt, dachten we, want voor 110 CUC zouden we naar Playa Larga worden gebracht. Onze medereizigers zouden daarna met dezelfde taxi nog worden afgezet worden in Cienfuegos. Wat een prachtdeal, totdat er een uur later nog steeds geen lichtblauwe auto in de straat verschijnt. Iemand anders, merkt dat en komt al geld aan ons verdienen door ons een taxi te regelen. 

Hij kent wel een vriend die er over een half uur kan zijn. We accepteren die maar, en hopen stiekem nog dat de eerste komt opdagen. Ook dat blijkt na een half uur geen goeie deal, want dan krijgen we te horen dat zijn auto kapot is. Onze contactpersoon wil wel een nieuwe vriend regelen, maar die doet de hele rit niet voor 110, maar 150. Dat vinden wij te duur. Om ons aan te passen gaan wij toch niet naar Playa Girón, maar meteen door naar Cienfuegos. 

We voelen ons wel ontzettend schuldig, want nu laten we onze texaanse vrienden wéér stikken in Playa Girón. We hebben geen gegevens van hen en kunnen hen dus niets laten weten. Zielig. Toch lijkt het de beste optie en vertrekken na 2,5 uur wachten naar Cienfuegos. 

De autorit gaat prima. De baby die de fransen mee hebben is poeslief en geeft geen kik. De volledige 6 uur reizen niet. In de auto is het stil. Floor, het kindje en de man slapen. De vrouw kijkt naar buiten en doet af en toe haar ogen dicht. Ik kan niet slapen en blijf graag wakker. Ik heb de auto in mijn gedachte al een keer uit elkaar zien vallen en weet dat het eigenlijk niet legaal is dat we met deze auto mee zijn. Hij stopt twee keer, waarvan ik toch stiekem beide keren onmiddelijk op mijn hoede ben. De stops zijn onschuldig, hij haalt alleen even een colaatje. Ik schrijf daarom maar weer mijn dagboek van de afgelopen dagen. Zo af en toe houd ik de man via de achteruitkijk spiegel in de gaten en kijk ik even mee naar buiten. Ik kijk op, in de achteruitkijkspiegel. Zijn ogen vallen dicht. Ik schrik en blijf kijken. Gesloten. We rijden nog recht, maar als mijn blik een fractie van een seconde weer richting de achteruitkijkspiegel kijk zijn zijn ogen nog steeds gesloten. Te lang voor mijn gevoel, voor ik het weet heb ik heM al op de rug getikt. Hij kijkt me aan met grote ogen. "You stay awake, huh?!" Zeg ik dringend. Hij kijkt me vragend aan. "You stay awake!" Herhaal ik. Hij ontkent en doet alsof er niks gebeurd is. De rest wordt wakker en ik laat hen weten dat hij in slaap viel. Mijn hart zit in mijn keel. Mijn handen zweten en mijn ogen wijd open. De rest is er vrij rustig onder. Ook Floor begint nu op te letten. Wanneer zijn hoofd uit de achteruitkijkspiegel omlaag schrikt zij ook en tikt hem aan. Weer kijkt hij op en doet hij alsof er niks aan de hand is. De fransen lijkt het echt niks te boeien. Ze letten niet op en spelen vrolijk door met hun dochter. Ik ben gealarmeerd en heb mijn ogen gefixeerd op zijn ogen. Ik merk dat hij snel is afgeleid en ik vind dat hij slingert. Na een half uurtje zie ik hem weer vaker knipperen, moeite doen om zichzelf wakker te houden, afgeleid raken. Ik ben weer volledig onder adrenaline en verlies hem geen moment uit het oog. Langzaam zie ik hem weer inkakken. Ik geloof mijn eigen ogen niet. Langzaam zakken zijn ogen weg en ja hoor, daar gaat hij weer. Zijn ogen vallen dicht en weer schiet ik naar voren. Alsof ik gek geworden ben. Ik ben toch niet de enige die dit ziet? Ben ik nu de enige die dit wel boeit en niet meer relaxt in deze auto kan zitten? Of ben ik nu gewoon paranoïa van angst en zie ik dingen die niet waar zijn? Maar ik heb het toch echt met eigen ogen gezien. We bieden hem een koffie aan. Hij slaat af en zegt dat hij geen zin heeft in koffie. Hij moet van mij. Ik kan wel janken van angst. Alsof ik mijn eigen dood in rijd, en die van 4 anderen die zich er geen zorgen om maken. Floor zoekt het dichtbijzijnde restaurant op. Daar stoppen we. Ik moet even huilen, want ik ben gewoon doodsbang en ik vind mezelf gewoon te dom om bij deze man in de auto te gaan zitten. We bestellen een espresso voor hem, maar stribbelt zelfs tegen als ik hem de koffie in de handen druk. Ik ga niet bij hem vandaan voordat hij dat kopje op heeft. Met lange tanden drinkt hij het kopje, nog steeds ontkent hij. Uugh, verschrikkelijk. Gelukkig ben ik overtuigd van mijn zaak en vind ik dit noodzaak. Ik ga nog even naar de wc, om nog wat rusttijd te rekken. Dan gaan we tegen mijn zin weer terug de auto in. De rest van de reis zit ik niet rustig, maar zijn ogen blijven open. Hij moet nog zo'n 4x om de weg vragen en rijdt om op onze kaart. Ik open mijn telefoon om te kijken hoe lang we nog moeten. Ik zie een icoontje staan bij berichten en onbewust open ik deze. Hee, een bericht van mama. Die had ik toch niet verwacht. Ik open het bericht en zie dan opeens staan "begraven". Ik schrik even en scroll dan naar boven. Ja hoor. Oma is overleden staat er. Vorige week woensdag al. En zelfs op dit moment is de begrafenis al geweest. Pfoeee, dat kan er ook nog wel bij. Ik begin te huilen in de taxi. Jeetje, wat erg voor papa. Er schieten meteen 100.000 vragen door mijn hoofd. Papa was erbij. Met wie? Waar? Hoe zou de begrafenis eruit hebben gezien? Zou papa moeten huilen? Hoe ziet oma eruit? En de hele familie? Zou Kees erbij zijn geweest? Zou papa een praatje doen en wat zou hij dan zeggen? Nog 3 weken, dan was ik thuis. Ik ben weer bespaard gebleven voor een begrafenis, en toch had ik er graag bij willen zijn. 

We stappen uit in het centrum van Cienfuegos. Het is hoogseizoen, wat betekent dat elke kamer op zijn duurst is. Goedkoper dan 25 gaan we het echt niet kunnen krijgen hier, merken we na zo'n 7 bezoeken. We worden bij elk huis door verbonden viavia. Het eerste huis bijvoorbeeld. We bellen aan. Er wordt open gedaan door een jong meisje van 16. Als wij vragen om een kamer, worden we zoals bij iedereen meteen binnengelaten. We krijgen een drankje, terwijl zij de huiseigenaar haalt (soms een moeder, soms iemand van buitenaf). Zij moeten altijd gehaald worden, want zelf hebben ze geen flauw idee of er een kamer vrij is, lijkt het soms. We worden meteen gevraagd waar we vandaan komen en wat onze volgende bestemming is. We zitten amper of er wordt al onderhandeld over onze volgende bestemming. Ze willen wel bellen, want ze kennen mensen in Trinidad. En oh, ze kennen ook mensen in Santiago, en wacht ook in Baracoa, dus alles kan geregeld worden. Wij weten dat zij daar een beetje geld van krijgen, en zodra zij mensen doorsturen, zij ook mensen naar hun casa teruggestuurd krijgen. Wij willen natuurlijk geen reserveringen, helemaal als we weten dat het voor hun eigen hachje is, niet om ons van dienst te zijn. Wij slaan vriendelijk af, ook als ze 30 vragen. En verlaten het huis weer. Soms worden we doorgestuurd naar een ander, soms lopen we zelf de straat door. Vaak bellen we aan en worden we door 3 straten meegenomen om zo bij een andere Casa te komen (die blijkbaar van iemand anders is). 

Zo worden we een beetje geleefd en van huis naar huis gebracht, van persoon naar persoon. Maar niemand doet het voor goedkoper dan 20. Iets verder buiten het centrum proberen we het ook. Zij heeft geen kamer vrij maar weet ook wel iemand. We leggen uit dat we het eigenlijk niet voor meer dan 20 willen, omdat dat te duur voor ons is. Ze geeft aan dat ze iets heeft kunnen regelen voor 20, maar even later verschijnt dezelfde mevrouw in de deur, waar we een uur eerder ook al zijn langs geweest. Voor 20 CUC accepteert ze ons dit keer en neemt ons nog maals mee naar haar appartement. We krijgen een hele boven verdieping voor onszelf. Een kleine keuken en keukentafel, zonder gas of snelkoker, maar wel met servies. Een koelkast waar we niks mee kunnen en bad- en slaapkamer. Dit hebben we helemaal niet nodig, maar goed, we zijn er nu toch. 

De mevrouw is niet onaardig, maar we is een harde vrouw. Ze heeft een zware (rokers?)stem en praat super snel. Als ze dingen moet herhalen omdat wij iets niet begrepen hebben, klinkt ze geïrriteerd en zegt ze ook: "zoals ik al gezegd heb....". Ik weet heel goed dat het een cultuurverschil kan zijn, maar ik vat het toch onaardig op. We worden met onze naam en paspoort opgeschreven in het administratieboek, zodat de overheid precies kan controleren welke toeristen er in de casa hebben geslapen. Ze controleren dit eens in de zoveel tijd, en als ze er achter komen dat de casavrouwen dit niet eerlijk hebben ingevuld kost het ze 600 CUC. Ze is er zeer strikt in en vraagt ons of we geen vriendjes hebben. Wij antwoorden met "Natuurlijk niet", dat wordt geaccepteerd. 

We gaan nog even eten en worden door de huiseigenaar naar de cafetaria om de hoek gestuurd. Maar 2 CUC, geeft ze gaan, maar zodra wij er komen is alles meer dan 5 CUC. Ik haat hoogseizoen. 

1 Reactie

  1. Juud:
    29 januari 2017
    Gecondoleerd meisje. Wat naar dat je dan helemaal aan de andere kant van de wereld zit. :-(.